Portugese jongeren zijn een rechtszaak begonnen bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens. Zij vinden dat een aantal staten mensenrechten hebben geschonden door nalatigheid in de zorg voor het klimaat. Emeritus hoogleraar Staats- en bestuursrecht Hub. Hennekens beschouwt de vraag of schending van mensenrechten aan de orde is.
In toenemende mate wordt de rechter verzocht te oordelen over de vraag of de overheid belangen van algemene aard op de juiste wijze behartigt. De overheid – wie dat ook moge zijn – wordt ter verantwoording geroepen wegens nalatigheid in taken van algemeen gemeenschapsbelang. Het betreft dan sociale grondrechten, waarvoor een ander rechtsregime geldt dan voor de klassieke grondrechten. Onlangs hebben Portugese jongeren zich tot het Europese Hof voor de Rechten van de Mens gewend om een aantal staten te veroordelen op grond van schending van mensenrechten door nalatigheid in de zorg voor het klimaat, met name door bosbranden. Is hier een schending van mensenrechten aan de orde?
Wat is een mensenrecht?
Uitgangspunt bij de regeling van mensenrechten is de bescherming van het individu in zijn of haar waardigheid. Iedereen dient geëerbiedigd te worden in zijn eigen wezen, zijn eigen aard en overtuiging, ieder met eigenschappen ten goede en kwade. Die aard komt tot uitdrukking in doen en laten, in woord en geschrift. Ieder mens verschilt van een ander, hoe klein dat verschil naar identiteit ook is. De erkenning van het eigene is in het recht vastgelegd in de mensenrechten. De overheid dient die eigenheid te ontzien en heeft de mensenrechten daarom als grondrechten ten dele her en der vastgelegd. Die rechtspositie vereist een plicht van de overheid – met name van de wetgever – om dit recht te eerbiedigen en zich zoveel mogelijk te onthouden van inbreuken daarop. Beperking ervan door de overheid mag niet zover gaan dat een mens van zijn ‘identiteit’ als het ware wordt beroofd. In tegendeel, op de overheid rust, ook in tijden van algemene onrust, die onthoudingsplicht. Als allen getroffen worden door nalatigheid in het treffen van bepaalde maatregelen door calamiteiten of noodsituaties, zal eenieder de gevolgen ervan ondervinden. Dat kan ertoe leiden dat de overheid mensenrechten aantast in het belang van allen.
Plichtsbetrachting en rechtsstaat
Nakoming van de mens-ontziende plicht door de overheid laat her en der en in toenemende mate te wensen over. Dat roept verzet op. Soms wordt de mens gedwongen zich niet anders te uiten en te gedragen dan de overheid wil. Machtsmisbruik is dan aan de orde. Dit gebeurt in hoge mate, zowel in Europa als daarbuiten. Maatregelen daartegen blijven veelal uit. Iedere staat is zijn eigen baas en de burger wordt er het slachtoffer van.
De opvatting dat staten rechtsstaten zouden zijn en zich daarnaar zouden gedragen, garandeert niet dat overheden ieder mens in zijn wezen zullen eerbiedigen noch dat zij zich aan het recht houden. Met de vage term rechtsstaat wordt niet het recht gediend. Ongedefinieerd biedt hij evenals de term democratie geen houvast in rechte. Het verdrag van Lissabon doet dat evenmin, doch hanteert die termen evenals het EU Hof van Justitie d.d. 22 februari 2022. Menig auteur gebruikt die termen alsof zij normatief zijn. Ten onrechte.
Via de in rechte mogelijke bescherming van mensenrechten wordt getracht de staat aan te spreken op nalatigheid in de zorg voor algemene belangen. Zou het gaan om mensenrechtenschending dan dreigt een mer à boire over de reikwijdte ervan. Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens zal nu evenwel dienen te oordelen of de staat Portugal aansprakelijk is voor de bosbranden op grond van nalatigheid in de zorg voor het klimaat wegens schending van een aantal mensenrechten. Het Urgenda-arrest van onze Hoge Raad resoneert als het ware in deze procedure. Eisers doen een beroep op de artikelen 2, 3 en 8 EVRM. De Grote kamer van het Hof zal zich hierover dienen uit te spreken en staat daarmee ook voor de vraag naar de reikwijdte van het Verdrag. Aan de orde is hoever de competentie van het Hof reikt. Mag het Hof zijn competentie zelf bepalen? Die situatie is niet onbekend. In Israël speelde een soortgelijke vraag. Gaat het om mensenrechten, over democratie en rechtsstaat? Of toch iets anders? Ja, om sociale grondrechten.
Algemene belangen en sociale grondrechten
Sommige op de overheid rustende verplichtingen om algemene belangen te behartigen worden in sociale grondrechten vastgelegd. Er is een onderscheid tussen klassieke en sociale grondrechten dat rechtens aandacht verdient. Als sociale grondrechten aan de orde zijn, gaat het om een actief optreden door de overheid en juist niet om onthouding. Rechtsbescherming is dan handelen. Dit leidt tot een specifieke rechtsplicht. Die plicht treft per definitie niet een individueel, zich van een ander onderscheidend belang. Het op de algemene belangen gericht optreden als in sociale grondrechten vereist een controle van eigen aard. De controleur dient te kunnen toetsen of het doen en laten van staten over nakoming van sociale grondrechten voldoet aan eisen van een redelijke en haalbare zorg voor een belang dat allen treft. Deze toets is een de gemeenschap rakende toets. Het gaat dan niet om (groepen van) individuele personen. In essentie betreft het de vraag naar onrechtmatige nalatigheid jegens de gemeenschap door de bevoegde overheid.
Staatsrechtelijk aspect
Het staatsrecht heeft nauwelijks aandacht voor de nakoming van eisen die aan de staat worden gesteld in zijn functioneren ter behartiging van gemeenschapsrechten. Ook in Europees verband is dit tekort aanwezig. In wezen is het vigerende staatsrecht in Europa blijven steken in 1789, toen in Frankrijk de Déclaration des droits de l‘homme et du citoyen werd geproclameerd. Dit verklaart een actie als aan de orde in het proces dat nu voor het Europees Hof voor de Rechten van de Mens wordt gevoerd. Op grond van het EVRM wordt getracht staten tot actie te dwingen ter behartiging van de natuur. Hiermee dreigt de zware toets voor mensenrechten aan betekenis in te boeten. Dit is geen gunstige ontwikkeling, veeleer een zwaard van Damocles. Het verschil tussen individuele rechtsbescherming en de gemeenschap behartigende algemene belangen is te groot om daarvoor dezelfde rechtstoets te hanteren.
Slot
Hoe de uitslag van de procedure ook moge zijn, het onderhavige proces zou voor het Europese Hof voor de Rechten van de Mens aanleiding kunnen zijn om indicaties aan te reiken voor rechtsbescherming die bij de sociale verzorgingsstaat past. Daarmee zou het staatsrecht verrijkt worden.
Hub. Hennekens is emeritus hoogleraar Staats- en bestuursrecht aan de Radboud Universiteit en oud-lid van de Raad van State.